Band Loopt!

Ik denk dat het midden jaren 70 is geweest dat ik stage mocht lopen in de toenmalige studio van Philips Phonogram. De studio was gevestigd in de Honingstraat 14 te Hilversum. Het was een voormalig patronaatsgebouw. Toen Phonogram moest verhuizen van hun studio Hof van Holland naar deze locatie, creëerde zij in dit gebouw een zeer ruime studio. Ik denk ongeveer 30 m. lang en 15 m. breed en behoorlijk hoog. Deze ruimte was akoestisch aangepast voor geluidsopnames en in het begin van de zaal had men verhoogd een aparte ruimte gebouwd voor het afluisteren van de geluidsopnames. Daar stond de opnameapparatuur. Ik kwam regelmatig in de Honingstraat als er weer een opname van mij moest worden gemasterd. Ik had toen een eigen label en dat heette Studio Tape Sound en nu even niet lachen, mijn naam als opnametechnicus was Fritz White, ja je moest wat om indruk te maken.

Als eerste mastering engineer kreeg ik Jos Ditmars. Het was zeker niet mijn favoriete, ik vond hem wild en grof. Na overleg met Ruud van Lieshout, de baas van de studio, kreeg ik de Albert Kos toegewezen en dat vond ik een hele fijne man. Hij was ook de man met allerlei adviezen voor opnames. Zo mocht ik van hem absoluut niet overdreven links en rechts muzikanten plaatsen, want dat kon men toen niet goed snijden (lacquer). Doordat ik toentertijd alleen geestelijke muziek opnam, had ik geen enkele ervaring met het, zoals dat toen heette, populaire genre. Om deze kennis op te doen, bood Ruud van Lieshout mij een stageplek aan voor een maand. Hier heb ik ontzettend veel profijt van gehad en zoals ik heb begrepen heeft zelfs Tjako Fennema ook stage gelopen in de Honingstraat. Onlangs op de nationale pick up dagen bij Johan Ketelaar gingen wij samen nog eens terug in de tijd. Dit even ter inleiding, maar dit verhaal gaat uiteindelijk over de grote studiobaas Ruud van Lieshout. Inmiddels 85 jaar oud en dus ruim gepensioneerd.

Voor mijn column rijd ik nu naar zijn huis in Laren en word ik hartelijk ontvangen door zijn dochter Juliette en Ruud zelf. Ik kijk hem zo eens aan en kan maar tot één conclusie komen, wat is deze man toch kwiek voor zijn leeftijd. Wij hebben het tijdens het koffie drinken even over de beroemde Schoeps microfoons en hij springt uit zijn stoel en haalt van achteren, vanuit een opbergkast, de een na de andere koffer tevoorschijn. Dit allemaal zonder een zuchtje en een steun. Als ik hem vraag of hij nog wel eens opneemt, is zijn wedervraag heb je wat leuks om op te nemen. Bij Ruud staat namelijk alles paraat voor welke opname dan ook en zo is hij nog regelmatig op pad. Dit in vergelijk met mijn andere mentor in geluid Onno Scholtze, veel jonger maar helaas zo slecht ter been, dat van opnames samen niets meer terecht komt en wij zijn in zijn goede tijd samen veel op pad geweest. De aanleiding van mijn bezoek is dat Ruud een ontzettend leuk boek heeft uitgegeven met de titel “Band loopt”. Hierin verhaalt hij zijn immens lange studiotijd zowel in de tropen, ons voormalig Indonesië, zijn eigen studio in ’s Hertogenbosch en de tijd die Ruud heeft doorlopen als geluidtechnicus tot studiobaas. Ja, er zijn nogal wat sappige verhalen over opnames en natuurlijk de artiesten die werden opgenomen. Ruud heeft een aantrekkelijke stijl van schrijven, kort en krachtig, maar met de nodige kwinkslagen en zelfspot. De een zal bij het lezen meer geboeid zijn over de relatie van een opnametechnicus met de artiest tijdens de vele opnamesessies, de ander zoals ik, over de gebruikte opnametechniek die in de loop der jaren is veranderd. Ruud is en blijft de man die heel weinig microfoons gebruikt. Ik kan me nog heel goed de uitspraak herinneren van Hans van Hemert tijdens een interview voor het Televisie programma, welke ik toen maakte voor de TROS met de veelzeggende titel “De laatste grammofoonplaat”….ja, ja. Hans wilde toen bij elke trommel van het drumstel een microfoon en Ruud vond dat maar onzin, maar het popgeluid veranderde in die dagen en vroeg om deze aanpak. Gek genoeg wordt jazz/folk nog steeds opgenomen met betrekkelijk weinig microfoons. Wij weten allemaal in de High End dat dat vooral de mooiste opnames oplevert. Wat ook opvallend is dat in de dagen dat Ruud opnam, de opnametechnicus amper werd genoemd op een plaat. Producers en artiesten daarentegen kregen ruime aandacht. Ik vond dat toen al onredelijk omdat de sound en het scoren van een hit, zoals men dat noemde, zeker niet alleen door een artiest wordt bepaald. Tegenwoordig, vooral op High End labels, is de opname- en mastertechnicus net zo belangrijk.

Nog even terug komen op het boek, Juliette, zijn dochter, heeft naast de verhalen van haar vader ook de artiesten en andere betrokkenen aan het woord gelaten. Dat het boek nu al historisch is, blijkt uit het overlijden van Pia Beck. Ook zij heeft een, met de hand geschreven, brief gestuurd welke in het boek is geplaatst. Verdrietig, maar dat geldt ook voor die tijd, want na het lezen van “Band loopt” besef je je des temeer dat deze tijd nooit meer terugkomt. Niet alleen qua geluid met alle goed bedoelde opnamemannetjes in home studio’s tegenwoordig maar ook qua grandeur.
Voor meer informatie en bestellingen zie www.bandloopt.nl

Fritz de With
Balance Engineer STS Digital
4 februari 2010